Let op!
Geprint op: 28/09/2023 om: 13:49
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Polychloornaftalenen
Stofnaam | polychloornaftalenen |
---|---|
Stofafkorting | PCNs |
Engelse naam | polychlorinated naphthalenes |
CAS-nummer | 70776-03-3 |
EG-nummer | 274-864-4 |
Synoniem | naftaleen chloorderivaten |
polychloronaphtalenes | |
chloro derivates of naphthalene | |
naphtalene, chloro derivs. | |
chloorderivaten van naftaleen | |
Functionele stofgroep | Lijst ZZS |
Lijst OSPAR | |
Lijst Autorisaties en restricties | |
Lijst Stofklassen voor luchtemissies | |
Chemische stofgroep | organohalogenen |
chloornaftalenen | |
ZZS polychloornaftalenen | |
heptachloornaftaleen | |
hexachloornaftaleen | |
octachloornaftaleen | |
pentachloornaftaleen | |
tetrachloornaftaleen | |
trichloornaftaleen | |
Emissiegegevens ZZS-Navigator | Naar lucht |
Naar water |
Voetnoten
Let op!
Geprint op: 28/09/2023 om: 13:49
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
polychloornaftalenen
(PCNs)
(70776-03-3) |
heptachloornaftaleen
(32241-08-0) (behoort tot polychloornaftalenen) |
hexachloornaftaleen
(1335-87-1) (behoort tot polychloornaftalenen) |
octachloornaftaleen
(2234-13-1) (behoort tot polychloornaftalenen) |
pentachloornaftaleen
(1321-64-8) (behoort tot polychloornaftalenen) |
tetrachloornaftaleen
(1335-88-2) (behoort tot polychloornaftalenen) |
trichloornaftaleen
(1321-65-9) (behoort tot polychloornaftalenen) |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stofklasse voor luchtemissies |
ERS
|
ERS
|
ERS
|
ERS
|
ERS
|
ERS
|
ERS |
Grensmassastroom |
20 mg TEQ/jaar
|
20 mg TEQ/jaar
|
20 mg TEQ/jaar
|
20 mg TEQ/jaar
|
20 mg TEQ/jaar
|
20 mg TEQ/jaar
|
20 mg TEQ/jaar
|
Emissiegrenswaarde |
0,1 ng TEQ/Nm3
|
0,1 ng TEQ/Nm3
|
0,1 ng TEQ/Nm3
|
0,1 ng TEQ/Nm3
|
0,1 ng TEQ/Nm3
|
0,1 ng TEQ/Nm3
|
0,1 ng TEQ/Nm3
|
polychloornaftalenen
(PCNs)
(70776-03-3) |
heptachloornaftaleen
(32241-08-0) (behoort tot polychloornaftalenen) |
hexachloornaftaleen
(1335-87-1) (behoort tot polychloornaftalenen) |
octachloornaftaleen
(2234-13-1) (behoort tot polychloornaftalenen) |
pentachloornaftaleen
(1321-64-8) (behoort tot polychloornaftalenen) |
tetrachloornaftaleen
(1335-88-2) (behoort tot polychloornaftalenen) |
trichloornaftaleen
(1321-65-9) (behoort tot polychloornaftalenen) |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Specifieke naam op OSPAR | polychloornaftalenen; PCNs; chloorderivaten van naftaleen | heptachloornaftaleen | hexachloornaftaleen | octachloornaftaleen | pentachloornaftaleen | tetrachloornaftaleen | trichloornaftaleen |
Laatste revisie Achtergrond document (Organiserend land) | Er wordt geen achtergronddocument opgesteld | OSPAR 2001: er wordt geen achtergronddocument opgesteld | OSPAR 2001: er wordt geen achtergronddocument opgesteld | OSPAR 2001: er wordt geen achtergronddocument opgesteld | OSPAR 2002: er wordt geen achtergronddocument opgesteld | OSPAR 2001: er wordt geen achtergronddocument opgesteld | OSPAR 2001: er wordt geen achtergronddocument opgesteld |
polychloornaftalenen
(PCNs)
(70776-03-3) |
|
---|---|
Verbod, vrijstelling en/of beperking volgens |
Verordening (EU) 2019/1021 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
|
Toelichtende voetnoot
Toelichtende voetnoten
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was. Polychloornaftalenen dienen als één stofgroep beschouwd te worden (OSPAR 02/21/1, § 7.7).
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was. Polychloornaftalenen dienen als één stofgroep beschouwd te worden (OSPAR 02/21/1, § 7.7).
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was. Polychloornaftalenen dienen als één stofgroep beschouwd te worden (OSPAR 02/21/1, § 7.7).
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was. Polychloornaftalenen dienen als één stofgroep beschouwd te worden (OSPAR 02/21/1, § 7.7).
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was. Polychloornaftalenen dienen als één stofgroep beschouwd te worden (OSPAR 02/21/1, § 7.7).
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was. Polychloornaftalenen dienen als één stofgroep beschouwd te worden (OSPAR 02/21/1, § 7.7).
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was. Polychloornaftalenen dienen als één stofgroep beschouwd te worden (OSPAR 02/21/1, § 7.7).
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was.
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was.
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was.
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was.
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was.
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was.
De identificatie van deze stof en de bijbehorende acties voor deze stof wordt uitgelegd in § 4.13 van OSPAR 2001 Summary Record. In het kort: de stof werd beoordeeld op basis van persistentie, mogelijkheid tot bioaccumulatie en toxiciteit, en scoorde op deze elementen vergelijkbaar hoog als de andere stoffen op de lijst. Volgens de laatste stand der kennis wordt deze stof niet geproduceerd of gebruikt in OSPAR landen. Om deze reden is afgesproken dat, te beginnen in 2003, waarnemers vanuit de chemische industrie iedere vijf jaar (of eerder wanneer informatie eerder beschikbaar komt) het volgende aan OSPAR rapporteren: a) of er bewijs gevonden is dat deze stof wordt geproduceerd, gebruikt of geloosd, wat deze bewijzen zijn, en welke acties werden ondernomen; b) of er verzoeken om goedkeuring van gebruik van deze stof zijn gedaan, en wat de uitkomst van deze verzoeken was.
Let op!
Geprint op: 28/09/2023 om: 13:49
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Normen
Categorie | Compartiment/Normtype | Norm |
polychloornaftalenen
(PCNs)
(70776-03-3) |
heptachloornaftaleen
(32241-08-0) (behoort tot polychloornaftalenen) |
hexachloornaftaleen
(1335-87-1) (behoort tot polychloornaftalenen) |
octachloornaftaleen
(2234-13-1) (behoort tot polychloornaftalenen) |
pentachloornaftaleen
(1321-64-8) (behoort tot polychloornaftalenen) |
tetrachloornaftaleen
(1335-88-2) (behoort tot polychloornaftalenen) |
trichloornaftaleen
(1321-65-9) (behoort tot polychloornaftalenen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Milieu | Oppervlaktewater zoet | Landoppervlaktewateren Indicatief MTR (opgelost) | 1,01E-04 µg/l | 1,63E-04 µg/l | 1,01E-04 µg/l | 2,80E-04 µg/l | 1,41E-03 µg/l | 4,77E-03 µg/l | |
Milieu | Sediment | Sediment indicatief MTR | |||||||
Milieu | Sediment | Sediment Indicatief MTR (droge stof) | 108 µg/kg | ||||||
Milieu | Grond | Grond interventiewaarde (droge stof) |
|
||||||
Milieu | Grond | Grond indicatieve interventiewaarde (droge stof) | |||||||
Milieu | Grond | Grond Indicatief MTR | |||||||
Milieu | Grondwater | Grondwater indicatief MTR | |||||||
Milieu | Grondwater | Grondwater indicatieve interventiewaarde (opgelost) | |||||||
Milieu | Lucht | Lucht Indicatief MTR | 1 µg/m3 | 1 µg/m3 | 1 µg/m3 | 1 µg/m3 | 1 µg/m3 | 1 µg/m3 | 1 µg/m3 |
Toelichtende voetnoot
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Voetnoten
Voor deze stof is op ad-hoc basis een indicatieve interventiewaarde of een risicogrens afgeleid. Deze waarde is niet beleidsmatig vastgesteld. Nadere informatie is te verkrijgen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor deze stof is op ad-hoc basis een indicatieve interventiewaarde of een risicogrens afgeleid. Deze waarde is niet beleidsmatig vastgesteld. Nadere informatie is te verkrijgen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor deze stof zijn risicogrenzen voor bodem beschikbaar. Deze hebben geen officiële status als norm, maar kunnen wel worden gebruikt door het bevoegd gezag. Informatie over deze stof kunt u opvragen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor deze stof zijn risicogrenzen voor bodem beschikbaar. Deze hebben geen officiële status als norm, maar kunnen wel worden gebruikt door het bevoegd gezag. Informatie over deze stof kunt u opvragen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor deze stof zijn risicogrenzen voor bodem beschikbaar. Deze hebben geen officiële status als norm, maar kunnen wel worden gebruikt door het bevoegd gezag. Informatie over deze stof kunt u opvragen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor deze stof zijn risicogrenzen voor bodem beschikbaar. Deze hebben geen officiële status als norm, maar kunnen wel worden gebruikt door het bevoegd gezag. Informatie over deze stof kunt u opvragen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor deze stof zijn risicogrenzen voor bodem beschikbaar. Deze hebben geen officiële status als norm, maar kunnen wel worden gebruikt door het bevoegd gezag. Informatie over deze stof kunt u opvragen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor deze stof is op ad-hoc basis een indicatieve interventiewaarde of een risicogrens afgeleid. Deze waarde is niet beleidsmatig vastgesteld. Nadere informatie is te verkrijgen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor deze stof is op ad-hoc basis een indicatieve interventiewaarde of een risicogrens afgeleid. Deze waarde is niet beleidsmatig vastgesteld. Nadere informatie is te verkrijgen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Geldt voor de som van chloornaftalenen
Geldt voor de som van chloornaftalenen
Geldt voor de som van chloornaftalenen
Geldt voor de som van chloornaftalenen
Geldt voor de som van chloornaftalenen
Geldt voor de som van chloornaftalenen
Geldt voor de som van chloornaftalenen
Let op!
Geprint op: 28/09/2023 om: 13:49
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl