monochloorfenolen som Risico's van Stoffen

Let op!

Geprint op: 03/12/2023 om: 16:25

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Monochloorfenolen Som

 
Stofgegevens
Stofnaam monochloorfenolen som
Engelse naam chlorophenol
CAS-nummer 25167-80-0
EG-nummer 246-691-4
ECHA stofinformatie Substance Infocard
Synoniem chloorfenol
2-chloorfenol
3-chloorfenol
4-chloorfenol
Chemische stofgroep chloorfenolen
gesubstitueerde chloorfenolen
2-chloorfenol
3-chloorfenol
4-chloorfenol

Voetnoten

De gegevens bij de ECHA (Europees Agentschap voor chemische stoffen) vallen buiten de verantwoordelijkheid van het RIVM. De gegevens in de ECHA database zijn aangeleverd door de registranten (industrie). Niet alle gegevens zijn geautoriseerd door de overheid.

Let op!

Geprint op: 03/12/2023 om: 16:25

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Stoffenlijsten

Informatieboodschap Er zijn voor de geselecteerde stof(fen) geen gegevens voor de geselecteerde stoffenlijst(en). Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor stoffenlijsten zijn opgenomen.

Let op!

Geprint op: 03/12/2023 om: 16:25

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Normen

Normwaarden per categorie, compartiment en stof
Categorie Compartiment/Normtype Norm monochloorfenolen som
(25167-80-0)
2-chloorfenol
(95-57-8)

(behoort tot monochloorfenolen som)
3-chloorfenol
(108-43-0)

(behoort tot monochloorfenolen som)
4-chloorfenol
(106-48-9)

(behoort tot monochloorfenolen som)
Milieu Oppervlaktewater zoet log Kp l/kg (zwevend stof) 2,71 1,55 1,48
Milieu Oppervlaktewater zoet Landoppervlaktewateren JG-MKN (totaal) 35 µg/l 4 µg/l 16 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zoet Landoppervlaktewateren MAC-MKN (totaal) 110 µg/l 400 µg/l 89 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zout Andere oppervlaktewateren JG-MKN (totaal) 3,5 µg/l 0,4 µg/l 3,2 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zout Andere oppervlaktewateren MAC-MKN (totaal) 11 µg/l 40 µg/l 18 µg/l
Milieu Sediment Sediment MTR (standaard Sediment met 10% organisch materiaal)
Milieu Grond Grond interventiewaarde (droge stof) 5,4 mg/kg
Milieu Grond Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing in oppervlaktewater en voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam) 0,045 mg/kg
Milieu Grond Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing op of in de bodem) 0,045 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde bodemfunctieklasse wonen / Maximale waarden kwaliteitsklasse wonen (droge stof) 0,045 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie / Maximale waarde kwaliteitsklasse industrie (droge stof) 5,4 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met Liquid/Solid ratio 10)
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Emissietoetswaarde (droge stof)
Milieu Grond Maximale waarde verspreiden baggerspecie in zoet oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse A (droge stof)
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met een Liquid/Solid ratio van 10)
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Emissietoetswaarde (droge stof)
Milieu Grondwater Grondwater streefwaarde (opgelost) 0,3 µg/l
Milieu Grondwater Grondwater interventiewaarde (opgelost) 100 µg/l
Milieu Grondwater Grondwater ernstig risiconiveau

Toelichtende voetnoot

89:

Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm

92:

Maximaal aanvaardbare concentratie

91:

Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm

94:

Maximaal aanvaardbare concentratie

56:

Maximaal toelaatbaar risiconiveau

Voetnoten

1:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

2:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

3:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

4:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

5:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

6:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

7:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

8:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

9:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

10:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

11:

Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.

12:

De log Kp voor sediment/water is voor deze stof kleiner dan 3, afleiding van MTR sediment niet nodig.

13:

De log Kp voor sediment/water is voor deze stof kleiner dan 3, afleiding van MTR sediment niet nodig.

14:

De log Kp voor sediment/water is voor deze stof kleiner dan 3, afleiding van MTR sediment niet nodig.

15:

Voor samenstelling somparameters zie Bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/

Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.

16:

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

17:

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

18:

In oppervlaktewater wordt geen grond toegepast die niet afkomstig is van de bodem onder het oppervlaktewater en die de Maximale waarden voor de functieklasse industrie overschrijdt.

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

19:

nvt

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

20:

nvt

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

21:

De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN). Voor de stoffen waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

22:

nvt

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

23:

nvt

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

24:

De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.

Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.

Voor grondwater zijn effecten van PAK’s, chloorbenzenen en chloorfenolen indirect, als fractie van de individuele interventiewaarde, optelbaar (dat wil zeggen 0,5 x interventiewaarde stof A heeft evenveel effect als 0,5 x interventiewaarde stof B). Dit betekent dat een somformule gebruikt moet worden om te beoordelen of van overschrijding van de interventiewaarde sprake is. Er is sprake van overschrijding van de interventiewaarde voor de som van een groep stoffen indien SUM(Ci/Ii) > 1, waarbij Ci = gemeten concentratie van een stof uit een betreffende groep en Ii = interventiewaarde voor de betreffende stof uit de betreffende groep.

25:

De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.

Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.

Voor grondwater zijn effecten van PAK’s, chloorbenzenen en chloorfenolen indirect, als fractie van de individuele interventiewaarde, optelbaar (dat wil zeggen 0,5 x interventiewaarde stof A heeft evenveel effect als 0,5 x interventiewaarde stof B). Dit betekent dat een somformule gebruikt moet worden om te beoordelen of van overschrijding van de interventiewaarde sprake is. Er is sprake van overschrijding van de interventiewaarde voor de som van een groep stoffen indien SUM(Ci/Ii) > 1, waarbij Ci = gemeten concentratie van een stof uit een betreffende groep en Ii = interventiewaarde voor de betreffende stof uit de betreffende groep.

Let op!

Geprint op: 03/12/2023 om: 16:25

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor ADR. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor ADR zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor Stofcategorie rekenvoorschrift omgevingsveiligheid. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor Stofcategorie rekenvoorschrift omgevingsveiligheid zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor CMR volgens CLP. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor CMR volgens CLP zijn opgenomen. Voor CLP vermeldt dit zoeksysteem alleen indeling als CMR 1A of 1B. Andere indelingen staan in de CLP verordening.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor CMR-stoffen SZW. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor CMR-stoffen SZW zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen zelfclassificaties als CMR 1A of 1B.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen zelfclassificaties als PBT of vPvB.

Toelichtende voetnoot

Toelichtende voetnoten