Let op!
Geprint op: 01/10/2023 om: 00:54
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
DDE, 2,4'-Isomeer
Stofnaam | DDE, 2,4'-isomeer |
---|---|
Engelse naam | 2,2,o,p'-tetrachlorovinylidenebisbenzene |
CAS-nummer | 3424-82-6 |
EG-nummer | 222-318-0 |
ECHA stofinformatie | Substance Infocard |
Aquo-code | 24DDE |
SIKB-id | 112 |
Synoniem | 2,4'-dichloordifenyldichlooretheen |
dichloordifenyldichloorethyleen | |
DDE, o,p-isomeer | |
DDE 2,4'-isomer | |
Molecuulformule | C14-H8-Cl4 |
SMILES | ClC(Cl)=C(C1=CC=C(Cl)C=C1)C1=C(Cl)C=CC=C1 |
Structuurformule | Structuurformule wordt geladen… |
Functionele stofgroep | GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN en/of BIOCIDEN |
Gewasbeschermingsmiddelen | |
Biociden | |
Lijst ZZS | |
ZZS gewasbeschermingsmiddelen en of biociden | |
Lijst Stofklassen voor luchtemissies | |
Chemische stofgroep | organochloorverbindingen |
DDE som | |
Emissiegegevens ZZS-Navigator | Naar lucht |
Naar water |
Voetnoten
Let op!
Geprint op: 01/10/2023 om: 00:54
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
DDE, 2,4'-isomeer
(3424-82-6) (behoort tot DDE som) |
|
---|---|
Specifieke naam op ZZS | DDE, 2,4'-isomeer; DDE, o,p-isomeer |
Datum toevoeging |
2-12-2013
|
DDE, 2,4'-isomeer
(3424-82-6) (behoort tot DDE som) |
|
---|---|
Stofklasse voor luchtemissies |
MVP 1
|
Grensmassastroom |
0,15 g/uur
|
Emissiegrenswaarde |
0,05 mg/Nm3
|
Toelichtende voetnoot
Toelichtende voetnoten
Deze stof wordt als ZZS aangemerkt omdat het onder de NeR een MVP of ERS stof was.
Let op!
Geprint op: 01/10/2023 om: 00:54
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Normen
Categorie | Compartiment/Normtype | Norm | DDE som |
DDE, 2,4'-isomeer
(3424-82-6) (behoort tot DDE som) |
---|---|---|---|---|
Milieu | Oppervlaktewater zoet | Landoppervlaktewateren Indicatief MTR (opgelost) | 7,55E-04 µg/l | |
Milieu | Sediment | Sediment indicatief MTR | ||
Milieu | Grond | Grond interventiewaarde (droge stof) | 2,3 mg/kg | |
Milieu | Grond | Grond Indicatief MTR | ||
Milieu | Grond | Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing op of in de bodem) | 0,10 mg/kg | |
Milieu | Grond | Maximale waarde bodemfunctieklasse wonen / Maximale waarden kwaliteitsklasse wonen (droge stof) | 0,13 mg/kg | |
Milieu | Grond | Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie / Maximale waarde kwaliteitsklasse industrie (droge stof) | 1,3 mg/kg | |
Milieu | Grond | Maximale waarde voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel (droge stof) | ||
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met Liquid/Solid ratio 10) | ||
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Emissietoetswaarde (droge stof) | ||
Milieu | Grond | Maximale waarde verspreiden baggerspecie in zoet oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse A (droge stof) | ||
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met een Liquid/Solid ratio van 10) | ||
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Emissietoetswaarde (droge stof) | ||
Milieu | Lucht | Lucht Indicatief MTR | 1,14E-05 µg/m3 |
Toelichtende voetnoot
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Voetnoten
Voor samenstelling somparameters zie Bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
Voor deze stof zijn risicogrenzen voor bodem beschikbaar. Deze hebben geen officiële status als norm, maar kunnen wel worden gebruikt door het bevoegd gezag. Informatie over deze stof kunt u opvragen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
In oppervlaktewater wordt geen grond toegepast die niet afkomstig is van de bodem onder het oppervlaktewater en die de Maximale waarden voor de functieklasse industrie overschrijdt.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Geen herverontreinigingsniveau bepaald, maar het betreft wel een prioritaire stof. De maximale waarde is gebaseerd op KRW-normen.
De msPAF wordt berekend voor de met X aangeduide stoffen. Indien geen waarde wordt ingevuld (bijvoorbeeld omdat de stof niet gemeten wordt) wordt gerekend met 0,7 * bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). De baggerspecie voldoet aan de maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie op het aangrenzende perceel indien: (*) De gehalten van de gemeten stoffen lager zijn dan de Interventiewaarde bodem, niet zijnde de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, en (*) Voor organische stoffen: msPAF < 20%, en (*) Voor metalen: msPAF < 50%, waarbij voor cadmium een maximum gehalte geldt. Voor gemeten stoffen die geen deel uitmaken van de msPAF-berekening geldt de achtergrondwaarde (met uitzondering van somparamaters waarbij de individuele parameters onderdeel uitmaken van de msPAF-berekening; deze uitzondering geldt niet voor dioxine (som TEQ) waarvan PCB118 onderdeel uitmaakt). Minerale olie maakt geen deel uit van de msPAF-berekening. In plaats van de Achtergrondwaarde geldt voor deze stof de waarde, die vermeld is in de kolom 'Maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel'. Voor toetsing aan de achtergrondwaarden worden de toetsingsregels van de Achtergrondwaarden toegepast. Uit artikel 36 van het Besluit vloeit voort dat naast de msPAF toetsing ook een toets moet plaatsvinden aan de Interventiewaarden bodem. Voor metalen waarvoor geen Interventiewaarden bodem zijn vastgesteld, dienen de Maximale waarden bodemfunctieklasse industrie te worden gehanteerd.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN). Voor de stoffen waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Deze indicatieve luchtnorm is afgeleid met een methode die op dit moment niet meer wordt gehanteerd. Bij overschrijdingen van de normwaarden kunt u via de helpdesk contact opnemen met het RIVM om de status van de normwaarde te checken. Het RIVM kan op verzoek van het bevoegd gezag een actueel (Indicatief) MTR afleiden. Het RIVM werkt aan verbetering van deze indicatieve normen.
Let op!
Geprint op: 01/10/2023 om: 00:54
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl