aldrin Risico's van Stoffen

Let op!

Geprint op: 6/1/2023 om: 7:29 AM

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Aldrin

Stofgegevens

 
Stofnaam
aldrin
Engelse naam
aldrin
CAS-nummer
309-00-2
EG-nummer
206-215-8
ECHA stofinformatie
Substance Infocard
Aquo-code
aldn
SIKB-id
268
Molecuulformule
C12-H8-Cl6
SMILES
ClC1=C(Cl)[C@]2(Cl)[C@@H]3[C@@H]4C[C@@H](C=C4)[C@@H]3[C@@]1(Cl)C2(Cl)Cl
Structuurformule
Structuurformule wordt geladen…
Functionele stofgroep
GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN en/of BIOCIDEN
Gewasbeschermingsmiddelen
Lijst ZZS
Lijst E-PRTR
Lijst Autorisaties en restricties
ZZS gewasbeschermingsmiddelen en of biociden
Lijst Stofklassen voor luchtemissies
Chemische stofgroep
organochloorverbindingen
drins
drins som
Emissiegegevens ZZS-Navigator (opens in a new tab)
Naar lucht
Naar water

Voetnoten

De gegevens bij de ECHA (Europees Agentschap voor chemische stoffen) vallen buiten de verantwoordelijkheid van het RIVM. De gegevens in de ECHA database zijn aangeleverd door de registranten (industrie). Niet alle gegevens zijn geautoriseerd door de overheid.

Let op!

Geprint op: 6/1/2023 om: 7:29 AM

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

ZZS
aldrin
(309-00-2)

(behoort tot drins som)
Specifieke naam op ZZS aldrin
Op ZZS lijst vanwege EU-POP Verordening Verordening (EU) 2019/1021 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
Datum toevoeging 2-12-2013
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor RIVM stofadviezen. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor RIVM stofadviezen zijn opgenomen.
Stofklassen voor luchtemissies
aldrin
(309-00-2)

(behoort tot drins som)
Stofklasse voor luchtemissies MVP 1
Grensmassastroom 0,15 g/uur
Emissiegrenswaarde 0,05 mg/Nm3
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor KRW prioritaire stoffen. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor KRW prioritaire stoffen zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor OSPAR. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor OSPAR zijn opgenomen.
E-PRTR
aldrin
(309-00-2)

(behoort tot drins som)
Specifieke stofnaam op EPRTR aldrin
Drempelwaarde voor uitstoot in de lucht 1 kg/jaar
Drempelwaarde voor uitstoot in water 1 kg/jaar

Toelichtende voetnoten

1:

Tenzij anders aangegeven wordt bij rapportage van een verontreinigende stof vermeld in bijlage II de totale massa van die verontreinigende stof vermeld of, als het om een groep van verontreinigende stoffen gaat, de totale massa van de groep.

2:

Tenzij anders aangegeven wordt bij rapportage van een verontreinigende stof vermeld in bijlage II de totale massa van die verontreinigende stof vermeld of, als het om een groep van verontreinigende stoffen gaat, de totale massa van de groep.

Let op!

Geprint op: 6/1/2023 om: 7:29 AM

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Normen (opens in a new tab)

Normwaarden per categorie, compartiment en stof
Categorie Compartiment/Normtype Norm drins som aldrin
(309-00-2)

(behoort tot drins som)
Milieu Oppervlaktewater zoet log Kp l/kg (zwevend stof) 4,11
Milieu Oppervlaktewater zoet Landoppervlaktewateren wettelijk JG-MKN (totaal) 0,01 µg/l 0,01 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zoet Landoppervlaktewateren wettelijk MAC-MKN (totaal)
Milieu Oppervlaktewater zout Andere oppervlaktewateren wettelijk JG-MKN (totaal) 0,005 µg/l 0,005 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zout Andere oppervlaktewateren wettelijk MAC-MKN (totaal)
Milieu Sediment Sediment MTR (droge stof) 6 µg/kg
Milieu Grond Grond interventiewaarde (droge stof) 4 mg/kg 0,32 mg/kg
Milieu Grond Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing in oppervlaktewater en voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam) 0,015 mg/kg 0,00080 mg/kg
Milieu Grond Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing op of in de bodem) 0,015 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde bodemfunctieklasse wonen / Maximale waarden kwaliteitsklasse wonen (droge stof) 0,04 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie / Maximale waarde kwaliteitsklasse industrie (droge stof) 0,14 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel (droge stof)
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met Liquid/Solid ratio 10)
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Emissietoetswaarde (droge stof)
Milieu Grond Maximale waarde verspreiden baggerspecie in zoet oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse A (droge stof) 0,015 mg/kg 0,0013 mg/kg
Milieu Grond Interventiewaarde bodem onder oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse B (droge stof) 4 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met een Liquid/Solid ratio van 10)
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Emissietoetswaarde (droge stof)
Milieu Grondwater Grondwater streefwaarde (opgelost) 0,009 ng/l
Milieu Grondwater Grondwater interventiewaarde (opgelost) 0,1 µg/l
Milieu Lucht Lucht Indicatief MTR 0,35 µg/m3
Mens Drinkwater Drinkwaterkwaliteitseis - chemische parameters 0,030 µg/l

Toelichtende voetnoot

33:

Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm (JG-MKN). Deze term werd gebruikt in de Nederlandse wetgeving onder de KRW, maar bij de laatste wijziging van het Besluit milieukwaliteitseisen water (BKMW) is de term milieukwaliteitsnorm vervangen door milieukwaliteitseis (JG-MKE). In de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water wordt gesproken over ‘jaargemiddelde waarde van de concentratie’. Deze wijziging heeft te maken de juridische status van de getallen in beide documenten. De inhoudelijke betekenis van de getallen en de wijze van toetsing is niet veranderd en de wijziging is ook niet van toepassing op de stoffen die niet in BKMW of Regeling staan genoemd. Op deze website kiezen we er daarom voor om de term JG-MKN te blijven gebruiken, ongeacht de status van het getal.

37:

Maximaal aanvaardbare concentratie (MAC-MKN). Deze term werd gebruikt in de Nederlandse wetgeving onder de KRW, maar bij de laatste wijziging van het Besluit milieukwaliteitseisen water (BKMW) is de term milieukwaliteitsnorm vervangen door milieukwaliteitseis (MAC-MKE). In de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water wordt gesproken over ‘Maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie’. Deze wijziging heeft te maken de juridische status van de getallen in beide documenten. De inhoudelijke betekenis van de getallen en de wijze van toetsing is niet veranderd en de wijziging is ook niet van toepassing op de stoffen die niet in BKMW of Regeling staan genoemd. Op deze website kiezen we er daarom voor om de term MAC-MKN te blijven gebruiken, ongeacht de status van het getal.

35:

Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm (JG-MKN). Deze term werd gebruikt in de Nederlandse wetgeving onder de KRW, maar bij de laatste wijziging van het Besluit milieukwaliteitseisen water (BKMW) is de term milieukwaliteitsnorm vervangen door milieukwaliteitseis (JG-MKE). In de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water wordt gesproken over ‘jaargemiddelde waarde van de concentratie’. Deze wijziging heeft te maken de juridische status van de getallen in beide documenten. De inhoudelijke betekenis van de getallen en de wijze van toetsing is niet veranderd en de wijziging is ook niet van toepassing op de stoffen die niet in BKMW of Regeling staan genoemd. Op deze website kiezen we er daarom voor om de term JG-MKN te blijven gebruiken, ongeacht de status van het getal.

39:

Maximaal aanvaardbare concentratie (MAC-MKN). Deze term werd gebruikt in de Nederlandse wetgeving onder de KRW, maar bij de laatste wijziging van het Besluit milieukwaliteitseisen water (BKMW) is de term milieukwaliteitsnorm vervangen door milieukwaliteitseis (MAC-MKE). In de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water wordt gesproken over ‘Maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie’. Deze wijziging heeft te maken de juridische status van de getallen in beide documenten. De inhoudelijke betekenis van de getallen en de wijze van toetsing is niet veranderd en de wijziging is ook niet van toepassing op de stoffen die niet in BKMW of Regeling staan genoemd. Op deze website kiezen we er daarom voor om de term MAC-MKN te blijven gebruiken, ongeacht de status van het getal.

57:

Maximaal toelaatbaar risiconiveau

80:

Maximaal toelaatbaar risiconiveau

185:

Wettelijk toegestane maximale concentratie in drinkwater

Voetnoten

1:

Som van aldrin, dieldrin, endrin en isodrin

datum van realisatie van de milieukwaliteitseis: 22 december 2015

2:

Som van aldrin, dieldrin, endrin en isodrin

datum van realisatie van de milieukwaliteitseis: 22 december 2015

3:

Niet van toepassing

4:

Niet van toepassing

5:

Som van aldrin, dieldrin, endrin en isodrin

datum van realisatie van de milieukwaliteitseis: 22 december 2015

6:

Som van aldrin, dieldrin, endrin en isodrin

datum van realisatie van de milieukwaliteitseis: 22 december 2015

7:

Niet van toepassing

8:

Niet van toepassing

9:

Voor samenstelling somparameters zie Bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/

Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.

10:

Zomergemiddelde waarde voor eutrofieringsgevoelige, stagnante wateren.

11:

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

12:

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

13:

In oppervlaktewater wordt geen grond toegepast die niet afkomstig is van de bodem onder het oppervlaktewater en die de Maximale waarden voor de functieklasse industrie overschrijdt.

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

14:

De msPAF wordt berekend voor de met X aangeduide stoffen. Indien geen waarde wordt ingevuld (bijvoorbeeld omdat de stof niet gemeten wordt) wordt gerekend met 0,7 * bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). De baggerspecie voldoet aan de maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie op het aangrenzende perceel indien: (*) De gehalten van de gemeten stoffen lager zijn dan de Interventiewaarde bodem, niet zijnde de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, en (*) Voor organische stoffen: msPAF < 20%, en (*) Voor metalen: msPAF < 50%, waarbij voor cadmium een maximum gehalte geldt. Voor gemeten stoffen die geen deel uitmaken van de msPAF-berekening geldt de achtergrondwaarde (met uitzondering van somparamaters waarbij de individuele parameters onderdeel uitmaken van de msPAF-berekening; deze uitzondering geldt niet voor dioxine (som TEQ) waarvan PCB118 onderdeel uitmaakt). Minerale olie maakt geen deel uit van de msPAF-berekening. In plaats van de Achtergrondwaarde geldt voor deze stof de waarde, die vermeld is in de kolom 'Maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel'. Voor toetsing aan de achtergrondwaarden worden de toetsingsregels van de Achtergrondwaarden toegepast. Uit artikel 36 van het Besluit vloeit voort dat naast de msPAF toetsing ook een toets moet plaatsvinden aan de Interventiewaarden bodem. Voor metalen waarvoor geen Interventiewaarden bodem zijn vastgesteld, dienen de Maximale waarden bodemfunctieklasse industrie te worden gehanteerd.

15:

nvt

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

16:

nvt

17:

nvt

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

18:

nvt

19:

De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN). Voor de stoffen waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

Herverontreinigingsniveau (HVN) is lager dan Achtergrondwaarde, daarom is de Maximale waarde voor verspreiden in zoet oppervlaktewater/Maximale waarde kwaliteitsklasse A gelijk getrokken aan de Achtergrondwaarde.

20:

De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN). Voor de stoffen waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.

21:

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

22:

nvt

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

23:

nvt

24:

nvt

Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.

25:

nvt

26:

De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.

27:

Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.

Let op!

Geprint op: 6/1/2023 om: 7:29 AM

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Gevaarsindelingen (opens in a new tab)

Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor gevaarsindelingen. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor gevaarsindelingen zijn opgenomen. Voor CLP vermeldt dit zoeksysteem alleen indeling als CMR 1A of 1B. Andere indelingen staan in de CLP verordening.

Toelichtende voetnoten