Let op!
Geprint op: 6/7/2023 om: 4:41 AM
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Let op!
Geprint op: 6/7/2023 om: 4:41 AM
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
chloordaan som
(57-74-9) |
|
---|---|
Specifieke naam op ZZS |
chloordaan
|
Op ZZS lijst vanwege EU-POP Verordening |
Verordening (EU) 2019/1021 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
|
Datum toevoeging |
2-12-2013
|
chloordaan som
(57-74-9) |
|
---|---|
Stofklasse voor luchtemissies |
MVP 1
|
Grensmassastroom |
0,15 g/uur
|
Emissiegrenswaarde |
0,05 mg/Nm3
|
chloordaan som
(57-74-9) |
|
---|---|
Specifieke stofnaam op EPRTR |
chloordaan
|
Drempelwaarde voor uitstoot in de lucht | 1 kg/jaar |
Drempelwaarde voor uitstoot in water | 1 kg/jaar |
chloordaan som
(57-74-9) |
|
---|---|
Specifieke naam in POP verordening |
chloordaan
|
Verbod, vrijstelling en/of beperking volgens |
Verordening (EU) 2019/1021 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
|
Tenzij anders aangegeven wordt bij rapportage van een verontreinigende stof vermeld in bijlage II de totale massa van die verontreinigende stof vermeld of, als het om een groep van verontreinigende stoffen gaat, de totale massa van de groep.
Tenzij anders aangegeven wordt bij rapportage van een verontreinigende stof vermeld in bijlage II de totale massa van die verontreinigende stof vermeld of, als het om een groep van verontreinigende stoffen gaat, de totale massa van de groep.
Let op!
Geprint op: 6/7/2023 om: 4:41 AM
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Categorie | Compartiment/Normtype | Norm |
chloordaan som
(57-74-9) |
---|---|---|---|
Milieu | Oppervlaktewater zoet | Landoppervlaktewateren MTR (totaal) | 0,002 µg/l |
Milieu | Sediment | Sediment MTR (droge stof) | 3 µg/kg |
Milieu | Grond | Grond interventiewaarde (droge stof) | 4 mg/kg |
Milieu | Grond | Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing in oppervlaktewater en voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam) | 0,0020 mg/kg |
Milieu | Grond | Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing op of in de bodem) | 0,0020 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde bodemfunctieklasse wonen / Maximale waarden kwaliteitsklasse wonen (droge stof) | 0,0020 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie / Maximale waarde kwaliteitsklasse industrie (droge stof) | 0,1 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel (droge stof) | |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met Liquid/Solid ratio 10) | |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Emissietoetswaarde (droge stof) | |
Milieu | Grond | Maximale waarde verspreiden baggerspecie in zoet oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse A (droge stof) | |
Milieu | Grond | Interventiewaarde bodem onder oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse B (droge stof) | 4 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met een Liquid/Solid ratio van 10) | |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Emissietoetswaarde (droge stof) | |
Milieu | Grondwater | Grondwater streefwaarde (opgelost) | 0,02 ng/l |
Milieu | Grondwater | Grondwater interventiewaarde (opgelost) | 200 ng/l |
Milieu | Lucht | Lucht Indicatief MTR | 0,02 µg/m3 |
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.
Voor samenstelling somparameters zie Bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
In oppervlaktewater wordt geen grond toegepast die niet afkomstig is van de bodem onder het oppervlaktewater en die de Maximale waarden voor de functieklasse industrie overschrijdt.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Geen herverontreinigingsniveau bepaald, maar het betreft wel een prioritaire stof. De maximale waarde is gebaseerd op KRW-normen.
De msPAF wordt berekend voor de met X aangeduide stoffen. Indien geen waarde wordt ingevuld (bijvoorbeeld omdat de stof niet gemeten wordt) wordt gerekend met 0,7 * bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). De baggerspecie voldoet aan de maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie op het aangrenzende perceel indien: (*) De gehalten van de gemeten stoffen lager zijn dan de Interventiewaarde bodem, niet zijnde de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, en (*) Voor organische stoffen: msPAF < 20%, en (*) Voor metalen: msPAF < 50%, waarbij voor cadmium een maximum gehalte geldt. Voor gemeten stoffen die geen deel uitmaken van de msPAF-berekening geldt de achtergrondwaarde (met uitzondering van somparamaters waarbij de individuele parameters onderdeel uitmaken van de msPAF-berekening; deze uitzondering geldt niet voor dioxine (som TEQ) waarvan PCB118 onderdeel uitmaakt). Minerale olie maakt geen deel uit van de msPAF-berekening. In plaats van de Achtergrondwaarde geldt voor deze stof de waarde, die vermeld is in de kolom 'Maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel'. Voor toetsing aan de achtergrondwaarden worden de toetsingsregels van de Achtergrondwaarden toegepast. Uit artikel 36 van het Besluit vloeit voort dat naast de msPAF toetsing ook een toets moet plaatsvinden aan de Interventiewaarden bodem. Voor metalen waarvoor geen Interventiewaarden bodem zijn vastgesteld, dienen de Maximale waarden bodemfunctieklasse industrie te worden gehanteerd.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN). Voor de stoffen waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
Let op!
Geprint op: 6/7/2023 om: 4:41 AM
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl