Let op!
Geprint op: 27/09/2023 om: 17:41
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Polychloorbifenylen
Stofnaam | polychloorbifenylen |
---|---|
Stofafkorting | PCBs |
Engelse naam | polychlorinated biphenyls |
CAS-nummer | 1336-36-3 |
UN-nummer | 2315 |
3432 | |
EG-nummer | 215-648-1 |
ECHA stofinformatie | Substance Infocard |
Functionele stofgroep | Lijst ZZS |
Lijst OSPAR | |
Lijst KRW prioritaire stoffen | |
Lijst E-PRTR | |
Lijst Autorisaties en restricties | |
Lijst ADR | |
Lijst Stofklassen voor luchtemissies | |
Lijst Stofcategorie rekenvoorschrift omgevingsveiligheid | |
Chemische stofgroep | ZZS dioxinen, PCBs en dioxineachtige verbindingen |
organohalogenen | |
polychloorbifenylen (PCBs) | |
Emissiegegevens ZZS-Navigator | Naar lucht |
Naar water |
Voetnoten
Let op!
Geprint op: 27/09/2023 om: 17:41
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
|
---|---|
Specifieke naam op ZZS |
polychloorbifenylen; PCB's
|
Op ZZS lijst vanwege KRW | Prioritair gevaarlijke stoffen KRW lijst |
Op ZZS lijst vanwege OSPAR |
OSPAR lijst van stoffen voor prioritaire actie
|
Op ZZS lijst vanwege EU-POP Verordening |
Verordening (EU) 2019/1021 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
|
Datum toevoeging |
2-12-2013
|
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
|
---|---|
Stofklasse voor luchtemissies |
ERS
|
Grensmassastroom |
20 mg TEQ/jaar
|
Emissiegrenswaarde |
0,1 ng TEQ/Nm3
|
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
|
---|---|
Specifieke naam op KRW | dioxineachtige polychloorbifenylen (DL-PCB) |
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
|
---|---|
Specifieke naam op OSPAR | polychloorbifenylen (PCB's) |
Laatste revisie Achtergrond document (Organiserend land) | 2004 (Duitsland en Belgie) |
Review statement over achtergrond document | 2008 |
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
|
---|---|
Specifieke stofnaam op EPRTR |
Polychloorbifenylen (PCB's)
|
Drempelwaarde voor uitstoot in de lucht | 0,1 kg/jaar |
Drempelwaarde voor uitstoot in water | 0,1 kg/jaar |
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
|
---|---|
Aangevuld door: |
Richtlijn 96/59/EG
|
Verbod, vrijstelling en/of beperking volgens |
Verordening (EU) 2019/1021 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
|
Toelichtende voetnoot
Toelichtende voetnoten
Voor de KRW betreft dit 12 dioxineachtige polychloorbifenylen (DL-PCB) die vallen onder de dioxinen en dioxineachtige verbindingen: 3,3’,4,4’-T4CB (PCB 77, CAS 32598-13-3), 3,3’,4’,5-T4CB (PCB 81, CAS 70362- 50-4), 2,3,3’,4,4’-P5CB (PCB 105, CAS 32598-14-4), 2,3,4,4’,5-P5CB (PCB 114, CAS 74472-37-0), 2,3’,4,4’,5-P5CB (PCB 118, CAS 31508-00-6), 2,3’,4,4’,5’-P5CB (PCB 123, CAS 65510-44-3), 3,3’,4,4’,5-P5CB (PCB 126, CAS 57465-28-8), 2,3,3’,4,4’,5-H6CB (PCB 156, CAS 38380-08-4), 2,3,3’,4,4’,5’-H6CB (PCB 157, CAS 69782-90-7), 2,3’,4,4’,5,5’-H6CB (PCB 167, CAS 52663 72-6), 3,3’,4,4’,5,5’-H6CB (PCB 169, CAS 32774-16-6), 2,3,3’,4,4’,5,5’-H7CB (PCB 189, CAS 39635-31-9).
Dit betreft 12 dioxineachtige polychloorbifenylen (DL-PCB) die vallen onder de dioxinen en dioxineachtige verbindingen: 3,3’,4,4’-T4CB (PCB 77, CAS 32598-13-3), 3,3’,4’,5-T4CB (PCB 81, CAS 70362- 50-4), 2,3,3’,4,4’-P5CB (PCB 105, CAS 32598-14-4), 2,3,4,4’,5-P5CB (PCB 114, CAS 74472-37-0), 2,3’,4,4’,5-P5CB (PCB 118, CAS 31508-00-6), 2,3’,4,4’,5’-P5CB (PCB 123, CAS 65510-44-3), 3,3’,4,4’,5-P5CB (PCB 126, CAS 57465-28-8), 2,3,3’,4,4’,5-H6CB (PCB 156, CAS 38380-08-4), 2,3,3’,4,4’,5’-H6CB (PCB 157, CAS 69782-90-7), 2,3’,4,4’,5,5’-H6CB (PCB 167, CAS 52663 72-6), 3,3’,4,4’,5,5’-H6CB (PCB 169, CAS 32774-16-6), 2,3,3’,4,4’,5,5’-H7CB (PCB 189, CAS 39635-31-9).
De volgende stof behorende tot de groep van polychloorbifenylen is afgevoerd van de 'List of Substances of Possible Concern' omdat de stof niet voldoet aan de selectiecriteria voor persistentie van de initiele OSPAR selectieprocedure in 2001 (Referentie nr. 2001-1) en krijgt daarom geen prioriteit voor actie door OSPAR: 1,1'-bifenyl, 4,4'-dichloor (CAS nr. 2050-68-2).
De volgende stof behorende tot de groep van polychloorbifenylen is afgevoerd van de 'List of Substances of Possible Concern' omdat de stof niet voldoet aan de selectiecriteria voor persistentie van de initiele OSPAR selectieprocedure in 2001 (Referentie nr. 2001-1) en krijgt daarom geen prioriteit voor actie door OSPAR: 1,1'-bifenyl, 4,4'-dichloor (CAS nr. 2050-68-2).
De volgende stof behorende tot de groep van polychloorbifenylen is afgevoerd van de 'List of Substances of Possible Concern' omdat de stof niet voldoet aan de selectiecriteria voor persistentie van de initiele OSPAR selectieprocedure in 2001 (Referentie nr. 2001-1) en krijgt daarom geen prioriteit voor actie door OSPAR: 1,1'-bifenyl, 4,4'-dichloor (CAS nr. 2050-68-2).
Tenzij anders aangegeven wordt bij rapportage van een verontreinigende stof vermeld in bijlage II de totale massa van die verontreinigende stof vermeld of, als het om een groep van verontreinigende stoffen gaat, de totale massa van de groep.
Tenzij anders aangegeven wordt bij rapportage van een verontreinigende stof vermeld in bijlage II de totale massa van die verontreinigende stof vermeld of, als het om een groep van verontreinigende stoffen gaat, de totale massa van de groep.
Let op!
Geprint op: 27/09/2023 om: 17:41
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Normen
Categorie | Compartiment/Normtype | Norm |
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
---|---|---|---|
Milieu | Grond | Grond interventiewaarde (droge stof) | 1 mg/kg |
Milieu | Grond | Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing in oppervlaktewater en voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam) | 0,020 mg/kg |
Milieu | Grond | Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing op of in de bodem) | 0,020 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde bodemfunctieklasse wonen / Maximale waarden kwaliteitsklasse wonen (droge stof) | 0,040 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie / Maximale waarde kwaliteitsklasse industrie (droge stof) | 0,5 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met Liquid/Solid ratio 10) | |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Emissietoetswaarde (droge stof) | |
Milieu | Grond | Maximale waarde verspreiden baggerspecie in zoet oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse A (droge stof) | 0,139 mg/kg |
Milieu | Grond | Interventiewaarde bodem onder oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse B (droge stof) | 1 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde verspreiden baggerspecie in zout oppervlaktewater (droge stof) | 0,1 mg/kg |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met een Liquid/Solid ratio van 10) | |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Emissietoetswaarde (droge stof) | |
Milieu | Grondwater | Grondwater streefwaarde (opgelost) | 0,01 µg/l |
Milieu | Grondwater | Grondwater interventiewaarde (opgelost) | 0,01 µg/l |
Mens | Drinkwater | Drinkwaterkwaliteitseis - chemische parameters | 0,50 µg/l |
Toelichtende voetnoot
Wettelijk toegestane maximale concentratie in drinkwater
Voetnoten
Voor samenstelling somparameters zie Bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
som 7
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
som 7
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
som 7
In oppervlaktewater wordt geen grond toegepast die niet afkomstig is van de bodem onder het oppervlaktewater en die de Maximale waarden voor de functieklasse industrie overschrijdt.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
som 7
De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN). Voor de stoffen waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
som 7
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
som 7
Bij de toetsing aan de maximale waarden voor verspreiden in zout water wordt geen bodemtype correctie toegepast.
Betreft normwaarde voor een niet prioritaire stof op grond van de KRW.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
som 7
De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
som 7
De gespecificeerde verbindingen zijn: PCB nr. 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180.
Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie > 0,05 μg/l.
Voor individuele PCBs geldt een toegestane maximale concentratie van 0,1 µg/L per stof.
Let op!
Geprint op: 27/09/2023 om: 17:41
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
|
---|---|---|
UN-nummer |
3432
|
2315
|
Benaming en beschrijving 3.1.2 |
POLYCHLOORBIFENYLEN, VAST
|
POLYCHLOORBIFENYLEN, VLOEIBAAR
|
Klasse 2.2 | 9 | 9 |
Classificatiecode 2.2 |
M2
|
M2
|
Verpakkingsgroep 2.1.1.3 |
II
|
II
|
Etiketten 5.2.2 | 9 | 9 |
Bijzondere bepalingen 3.3 | 305 | 305 |
Gelimiteerde hoeveelheden 3.4 |
1 kg
|
1 L
|
Vrijgestelde hoeveelheden 3.5.1.2 |
E2
|
E2
|
Verpakkingen: Verpakkingsinstructies 4.1.4 |
P906 IBC08
|
P906 IBC02
|
Verpakkingen: Bijzondere bepalingen 4.1.4 |
B4
|
|
Verpakkingen: Gezamenlijke verpakking 4.1.10 |
MP10
|
MP15
|
Transporttanks en bulkcontainers: Instructies 4.2.5.2, 7.3.2 |
T3
|
T4
|
Transporttanks en bulkcontainers: Bijzondere bepalingen 4.2.5.3 | TP33 | TP1 |
ADR tanks: Tankcode 4.3 |
L4BH S4AH
|
L4BH
|
ADR tanks: Bijzondere bepalingen 4.3.5, 6.8.4 |
TU15
|
TU15
|
Voertuig voor tankvervoer 9.1.1.2 |
AT
|
AT
|
Vervoerscategorie (Code voor beperkingen in tunnels) 1.1.3.6 |
0 (D/E)
|
0 (D/E)
|
Bijzondere bepalingen voor het vervoer: Colli 7.2.4 | V11 |
|
Bijzondere bepalingen voor het vervoer: Los gestort 7.3.3 |
VV15
|
AP9 VC1 VC2
|
Bijzondere bepalingen voor het vervoer: Laden Lossen en behandeling 7.5.11 |
CV1 CV13 CV28
|
CV1 CV13 CV28
|
Bijzondere bepalingen voor het vervoer: Bedrijf 8.5 |
S19
|
S19
|
Gevaarsidentificatienummer 5.3.2.3 | 90 | 90 |
Voetnoten


polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
polychloorbifenylen
(PCBs)
(1336-36-3) |
|
---|---|---|
UN-nummer |
3432
|
2315
|
Benaming en beschrijving 3.1.2 |
POLYCHLOORBIFENYLEN, VAST
|
POLYCHLOORBIFENYLEN, VLOEIBAAR
|
GEVI-code | 90 | 90 |
Stofindeling weg en spoor | NR | LNR |
Stofindeling water | NR | LNR |