Let op!
Geprint op: 6/1/2023 om: 11:14 AM
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Let op!
Geprint op: 6/1/2023 om: 11:14 AM
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
1,2-dichlooretheen (cis/trans-mengsel)
(540-59-0) |
trans-1,2-dichlooretheen
(156-60-5) (behoort tot 1,2-dichlooretheen (cis/trans-mengsel)) |
|
---|---|---|
Stofadvies | beschikbaar | beschikbaar |
1,2-dichlooretheen (cis/trans-mengsel)
(540-59-0) |
|
---|---|
Stofklasse voor luchtemissies |
gO.2
|
Grensmassastroom |
500 g/uur
|
Emissiegrenswaarde |
50 mg/Nm3
|
Het bevoegd gezag kan dit stofadvies opvragen via de helpdesk van deze website.
Het bevoegd gezag kan dit stofadvies opvragen via de helpdesk van deze website.
Let op!
Geprint op: 6/1/2023 om: 11:14 AM
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
Categorie | Compartiment/Normtype | Norm |
1,2-dichlooretheen (cis/trans-mengsel)
(540-59-0) |
trans-1,2-dichlooretheen
(156-60-5) (behoort tot 1,2-dichlooretheen (cis/trans-mengsel)) |
---|---|---|---|---|
Milieu | Oppervlaktewater zoet | log Kp l/kg (zwevend stof) | 0,68 | |
Milieu | Oppervlaktewater zoet | Landoppervlaktewateren JG-MKN (totaal) | 6,8 µg/l | |
Milieu | Oppervlaktewater zoet | Landoppervlaktewateren MAC-MKN (totaal) | ||
Milieu | Oppervlaktewater zout | Andere oppervlaktewateren JG-MKN (totaal) | 0,68 µg/l | |
Milieu | Oppervlaktewater zout | Andere oppervlaktewateren MAC-MKN (totaal) | ||
Milieu | Sediment | Sediment MTR (standaard Sediment met 10% organisch materiaal) | ||
Milieu | Grond | Grond interventiewaarde (droge stof) | 1 mg/kg | |
Milieu | Grond | Grond MTR | ||
Milieu | Grond | Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing in oppervlaktewater en voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam) | 0,30 mg/kg | |
Milieu | Grond | Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing op of in de bodem) | 0,30 mg/kg | |
Milieu | Grond | Maximale waarde bodemfunctieklasse wonen / Maximale waarden kwaliteitsklasse wonen (droge stof) | 0,30 mg/kg | |
Milieu | Grond | Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie / Maximale waarde kwaliteitsklasse industrie (droge stof) | 0,30 mg/kg | |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met Liquid/Solid ratio 10) | ||
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Emissietoetswaarde (droge stof) | ||
Milieu | Grond | Maximale waarde verspreiden baggerspecie in zoet oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse A (droge stof) | ||
Milieu | Grond | Interventiewaarde bodem onder oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse B (droge stof) | 1 mg/kg | |
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met een Liquid/Solid ratio van 10) | ||
Milieu | Grond | Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Emissietoetswaarde (droge stof) | ||
Milieu | Grondwater | Grondwater streefwaarde (opgelost) | 0,01 µg/l | |
Milieu | Grondwater | Grondwater interventiewaarde (opgelost) | 20 µg/l | |
Milieu | Lucht | Lucht Indicatief MTR | 60 µg/m3 | 60 µg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 min | 550 mg/m3 | 1.100 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 min | 1.700 mg/m3 | 3.500 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Levensbedreigende waarde (LBW) 10 min | 3.900 mg/m3 | 7.800 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 30 min | 550 mg/m3 | 1.100 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 30 min | 1.700 mg/m3 | 3.500 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Levensbedreigende waarde (LBW) 30 min | 3.900 mg/m3 | 7.800 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur | 550 mg/m3 | 1.100 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur | 1.700 mg/m3 | 3.500 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur | 3.900 mg/m3 | 7.800 mg/m3 |
Mens | Rampeninterventiewaarde | Level of distinct odour awareness (LOA) | 1083 mg/m3 | 1083 mg/m3 |
Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm
Maximaal aanvaardbare concentratie
Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm
Maximaal aanvaardbare concentratie
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
Maximaal toelaatbaar risiconiveau
De voorlichtingsrichtwaarde (VRW) geeft de luchtconcentratie van een stof die met grote waarschijnlijkheid door de blootgestelde bevolking als hinderlijk wordt waargenomen of waarboven lichte gezondheidseffecten mogelijk zijn.
De alarmeringsgrenswaarde (AGW) geeft de luchtconcentratie van een stof waarboven onherstelbare of andere ernstige gezondheidseffecten kunnen optreden of waarbij door blootstelling aan de stof personen minder goed in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen.
De levensbedreigende waarde (LBW) geeft de luchtconcentratie van een stof waarboven mogelijk sterfte of levensbedreigende aandoeningen kunnen ontstaan.
De voorlichtingsrichtwaarde (VRW) geeft de luchtconcentratie van een stof die met grote waarschijnlijkheid door de blootgestelde bevolking als hinderlijk wordt waargenomen of waarboven lichte gezondheidseffecten mogelijk zijn.
De alarmeringsgrenswaarde (AGW) geeft de luchtconcentratie van een stof waarboven onherstelbare of andere ernstige gezondheidseffecten kunnen optreden of waarbij door blootstelling aan de stof personen minder goed in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen.
De levensbedreigende waarde (LBW) geeft de luchtconcentratie van een stof waarboven mogelijk sterfte of levensbedreigende aandoeningen kunnen ontstaan.
De voorlichtingsrichtwaarde (VRW) geeft de luchtconcentratie van een stof die met grote waarschijnlijkheid door de blootgestelde bevolking als hinderlijk wordt waargenomen of waarboven lichte gezondheidseffecten mogelijk zijn.
De alarmeringsgrenswaarde (AGW) geeft de luchtconcentratie van een stof waarboven onherstelbare of andere ernstige gezondheidseffecten kunnen optreden of waarbij door blootstelling aan de stof personen minder goed in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen.
De levensbedreigende waarde (LBW) geeft de luchtconcentratie van een stof waarboven mogelijk sterfte of levensbedreigende aandoeningen kunnen ontstaan.
De level of distinct odour awareness (LOA) geeft de luchtconcentratie van een stof waar de geur van de stof duidelijk wordt waargenomen.
Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.
Niet afgeleid, geen/onvoldoende gegevens.
Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.
Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.
Niet afgeleid, geen/onvoldoende gegevens.
Deze stof was op genomen in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water van 14 april 2010, maar is niet meer opgenomen in de huidige regeling. Dit komt omdat geconstateerd dat deze stof niet meer relevant is voor het monitoren van de waterkwaliteit omdat deze stof al verschillende jaren niet of nauwelijks is aangetroffen en/of de concentraties ruimschoots lager zijn dan de in de vorige regeling gehanteerde normen.
De log Kp voor sediment/water is voor deze stof kleiner dan 3, afleiding van MTR sediment niet nodig.
Voor samenstelling somparameters zie Bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
Geldt voor de som van de isomeren
Voor deze stof zijn risicogrenzen voor bodem beschikbaar. Deze hebben geen officiële status als norm, maar kunnen wel worden gebruikt door het bevoegd gezag. Informatie over deze stof kunt u opvragen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).
Geldt voor de som van de isomeren
Achtergrondwaarde is gebaseerd op de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid), omdat onvoldoende data / metingen boven de bepalingsgrens beschikbaar zijn om een betrouwbare P95 af te leiden.
Geldt voor de som van de isomeren
Achtergrondwaarde is gebaseerd op de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid), omdat onvoldoende data / metingen boven de bepalingsgrens beschikbaar zijn om een betrouwbare P95 af te leiden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Geldt voor de som van de isomeren
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Geldt voor de som van de isomeren
In oppervlaktewater wordt geen grond toegepast die niet afkomstig is van de bodem onder het oppervlaktewater en die de Maximale waarden voor de functieklasse industrie overschrijdt.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Geldt voor de som van de isomeren
De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN). Voor de stoffen waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Geldt voor de som van de isomeren
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Geldt voor de som van de isomeren
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
Geldt voor de som van de isomeren
nvt
Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden.
De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
Geldt voor de som van de isomeren
De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.
Voor de samenstelling van de somparameters zie bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (http://wetten.overheid.nl/BWBR0023085/BijlageN/). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen.
Geldt voor de som van de isomeren
Let op!
Geprint op: 6/1/2023 om: 11:14 AM
Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl
1,2-dichlooretheen (cis/trans-mengsel)
(540-59-0) |
|
---|---|
UN-nummer |
1150
|
Benaming en beschrijving 3.1.2 |
1,2-DICHLOORETHYLEEN
|
Klasse 2.2 | 3 |
Classificatiecode 2.2 |
F1
|
Verpakkingsgroep 2.1.1.3 |
II
|
Etiketten 5.2.2 | 3 |
Gelimiteerde hoeveelheden 3.4 |
1 L
|
Vrijgestelde hoeveelheden 3.5.1.2 |
E2
|
Verpakkingen: Verpakkingsinstructies 4.1.4 |
P001 IBC02 R001
|
Verpakkingen: Gezamenlijke verpakking 4.1.10 |
MP19
|
Transporttanks en bulkcontainers: Instructies 4.2.5.2, 7.3.2 |
T7
|
Transporttanks en bulkcontainers: Bijzondere bepalingen 4.2.5.3 | TP2 |
ADR tanks: Tankcode 4.3 |
LGBF
|
Voertuig voor tankvervoer 9.1.1.2 |
FL
|
Vervoerscategorie (Code voor beperkingen in tunnels) 1.1.3.6 |
2 (D/E)
|
Bijzondere bepalingen voor het vervoer: Bedrijf 8.5 |
S2 S20
|
Gevaarsidentificatienummer 5.3.2.3 | 33 |
1,2-dichlooretheen (cis/trans-mengsel)
(540-59-0) |
|
---|---|
UN-nummer |
1150
|
Benaming en beschrijving 3.1.2 |
1,2-DICHLOORETHYLEEN
|
GEVI-code | 33 |
Stofindeling weg en spoor | LF2 |
Stofindeling water | LNR |